Sloppenbewoners opnieuw gehuisvest

Amma bezoekt Guddimalkapur. Zij laat 900 nieuwe woningen bouwen voor de sloppenwijk- bewoners van Hyderabad.

Als de eerste minister van de staat Andra Pradesh, de heer Chandra Babu Naidu, in 1999 een bezoek brengt aan Amma in Hyderabad, vraagt hij of de M.A. Math in zijn staat sevaprojecten wil opstarten. Amma stemt onmiddellijk toe. Het plaatselijke districtshoofd stelt daarop twee grote huisvestingsprojecten in de ergste sloppenwijken voor. De verantwoordelijke van de M.A. Math in Hyderabad, brahmachari Sadashiva Chaitanya, start meteen met de planning van deze projecten. Om te beginnen wil hij 900 nieuwe woningen bouwen voor de bewoners van twee sloppenwijken.

Voor de Math is dit het eerste project waarbij woningen met meerdere verdiepingen worden gebouwd. Het grootste bouwterrein bevindt zich in Guddimalkapur. Het is een complex van 18 appartementsblokken met elk drie verdiepingen. De betonnen ruwbouw werd door de overheid reeds eerder opgetrokken maar twee jaar geleden onafgewerkt achtergelaten. Het is nu aan de Math om de constructie af te maken met muren, deuren, ramen en de binnenafwerking. Als we in overweging nemen dat ook de toegangswegen, boorputten voor water, de watertanks zelf en de elektriciteit nog gepland en aangelegd moeten worden, lijkt dit een enorme opgave.


Weg van de sloppenwijk

De nieuwe appartementenOp dit ogenblik wonen de meeste mensen in Guddimalkapur in krotten en hutten naast de onvoltooide appartementen. Deze hutten werden gebouwd in afwachting van de verdere afwerking van de appartementen. sommige bewoners waren het slachtoffer van een brand in hun vorige krottenwijk onder de Shivajibrug. Samen met de bewoners van een andere sloppenwijk in Mallepally wachten er in totaal 550 gezinnen op een nieuwe woning. Om te ontsnappen aan de groezeligheid en de armoede van de sloppen zijn sommige bewoners in de onvoltooide appartementsgebouwen getrokken.

Br. Rajesh leidt het Amrita Koetiram project in Hyderabad. Voor hij Amma ontmoette was hij kantoorbediende in Madras. Bij bouwprojecten voor de armen in Palghat, deed hij de nodige kennis op in verband met de constructie van huizen. In Hyderabad werkt hij samen met vier van Amma’s vrijwilligers. Zij helpen hem met de administratie en met het verzamelen van de bouwmaterialen. Er zijn honderd Amrita Koetiram bouwvakkers in dienst. Deze worden geholpen door vijftig bewoners uit de sloppenwijk zelf. Velen onder hen zijn dagarbeiders, anderen helpen op vrijwillige basis.


Br. Rajesh: “Toen ik hier aankwam, lag de werf er al een hele tijd verlaten bij. Ik ben in één van de onafgewerkte gebouwen gaan wonen. We bouwden er een kamer en richtten een primitief kantoor in. Er was geen watervoorziening. Het gebouw was vuil en door de alomtegenwoordige modder kon ik op vele plaatsen niet komen. Zelfs eten was nauwelijks mogelijk door de aanwezigheid van een enorme hoeveelheid ongedierte. Ik voelde me zo hopeloos dat ik op een dag simpelweg in tranen uitbarstte. Toen de sloppenbewoners mijn wanhoop zagen, beseften ze, vanuit de goedheid van hun hart, dat ze iets moesten doen.”

Het was zwaar werk en de omstandigheden waren slecht. Maar toen de mensen onze pogingen zagen om delen van het bouwterrein op te ruimen, veranderden ze van houding en begonnen ons te helpen. Ze zijn zich nu meer bewust van de noodzaak om alles netjes en ordelijk te houden. Dat is niet gemakkelijk, want er is geen watervoorziening in de sloppenwijk. We werken en leven er echter nauw samen en we helpen elkaar.


Zelfhulp

De 18 appartementsgebouwen hebben elk drie verdiepingen. Er zijn geen binnenmuren, noch is er enige vorm van afwerking. Bestrating is onbestaande en water en elektriciteit moeten nog worden aangesloten.

Br. Rajesh: “Nu sommige mensen daadwerkelijk in hun appartement zijn ingetrokken, merken ze het enorme verschil met hun vorige behuizing. Velen van hen steken zelf een handje toe. Indien ze dit wensen kunnen zij ook hun eigen appartement afwerken. Dan brengen wij hen het zand en de stenen die nodig zijn. De meesten staan te popelen om naar hun nieuwe woonst te verhuizen. Ze kijken er naar uit om over water en elektriciteit te kunnen beschikken, alsook over een nette ruimte waar hun kinderen kunnen spelen.

Br. Rajesh: “Sinds ik hier woon, komen de bewoners dagelijks een paar uur naar me toe. Ze vertellen me hun problemen en zelf luisteren ze graag naar de verhalen die ik over Amma vertel. We houden elke avond, na het werk, een satsang en lezen dan uit Amma’s leringen. In de grond zijn het spirituele mensen. Naast mijn kamer bevindt zich een altaar waar velen spontaan poeja doen.

Krishna, 17 jaar: “Vroeger leefde ik in de sloppenwijk onder de Shivajibrug. In de hutten waar we nu wonen, hebben we geen badkamer en er zijn heel veel muggen. Het regent er binnen en we kunnen daardoor niet slapen. Ik vind het heel goed wat Amma hier doet en daarom help ik Swami (br. Rajesh) graag. De brahmachari’s willen iedereen gelukkig zien. Daarom willen we ook dat zij gelukkig zijn. We voelen ons gezegend omdat we uit de krotten weg kunnen. Nu krijgen we een echt huis.


Satsang

Br. Rajesh leeft op het terrein zelf waar hij de bouw en de administratie organiseert. Hij heeft de bewoners van de sloppenwijk als buren. Enkele malen per week komen zij voor satsang bijeen.
De plaats met het altaar bevindt zich naast de kamer van br. Rajesh. De mensen gebruiken deze ruimte voor hun dagelijkse gebeden.

De krotwoningen

Na de brand in hun vorige sloppenwijk werden de bewoners naar Guddimalkapur overgebracht. Daar moesten zij hun eigen hutten bouwen. Ze beschikken enkel over gemeenschappelijke waterkranen, maar niet over elektriciteit. De hutten lekken en muggen maken het leven erg lastig.

Muren opgebouwd uit hergebruikt materiaal

Elk gezin heeft een hut; een eenvoudige, kale, nette ruimte van 2,5 m² gemaakt van reeds eerder gebruikt materiaal, voornamelijk plastic en karton. In een van de hoeken bevindt zich altijd een altaar voor de godheid die door het gezin wordt vereerd.


Van hut naar appartement

Het Amrita koetiram project zal uiteindelijk in 18 appartementsgebouwen met 720 woningen voorzien. De bewoners van de krotten hebben al drie jaar op nieuwe huisvesting gewacht. De arbeiders hebben nu de eerste 300 woningen klaar. Br. Rajesh verwacht dat de resterende 400 woningen binnen drie maanden klaar zullen zijn

Om aan de moeilijke levensomstandigheden van de sloppenwijken te ontsnappen, gaan vele bewoners in de verlaten ruwbouw wonen. Voor diegenen die zelf hun appartement willen afwerken, voorziet br. Rajesh in de nodige elementaire bouwmaterialen, zoals cement en stenen.

Voor de aanvoer van de nodige bouwmaterialen worden door de lokale bewoners ook karren gebruikt. De ganse buurt helpt bij het afladen.


Kinderen in de sloppen

Sommige van de oudere meisjes blijven thuis om voor de jongere kinderen te zorgen terwijl hun ouders gaan werken. Deze kinderen hebben lokaal onderwijs nodig, aangepast aan hun situatie. De vrijwilligers van de Hyderabad ashram plannen hiervoor dan ook de nodige educatieve projecten. Ook aan educatie op het gebied van basishygiëne en gezondheidszorg wordt gewerkt.

Voor transport worden bij voorkeur fietsriksha’s gebruikt. Alles wordt ermee vervoerd, van kinderen tot cement- en afvalzakken.

Hoe worden de touwtjes aan elkaar geknoopt?

Veel mensen werken als dagloner op de werf. Daarnaast drijft men handel in de meest uiteenlopende zaken. Men gooit niets weg, zelfs het stadsafval niet. De inhoud van de afvalzakken wordt regelmatig door plaatselijke sorteerders op alle bruikbare materialen gecontroleerd.

Een gezin sorteert haren die verkocht
worden om er pruiken van te maken.


Tevredenheid

Swatamma werkt in de bouw. Onlangs verhuisde zij van de krottenwijk naar een nieuw appartement op de tweede verdieping. Ze woont hier met haar moeder en zus. Haar nieuwe huisdeur heeft ze met mangobladeren versierd, zoals het bij een feestelijke gelegenheid past.

De gezinnen krijgen geleidelijk hun meubilair en keukengerei bij elkaar.
De kamer in Swatamma’s huis is uitgesproken netjes. Ze is blij dat ze nu op gas kan koken. Ze zegt: “Amma zorgt echt goed voor ons. Dit alles is haar zegen.


Eindelijk thuis

Laksmanamma leefde in de sloppen onder de brug. Ze vertelt het volgende: “We hadden geen badkamer en groeven kuilen om aan water te geraken. We wasten onze kleren op de grond en kookten het eten op stenen. Toen kwam de brand. Vijf mensen kwamen om en vijftien werden zwaar gewond.”

Door de brand verloren we al onze bezittingen, onze kleren en kookpotten, alles. De regering gaf ons ieder Rs 10.000 (€ 249). Ze brachten ons hier naar toe. We bouwden nieuwe hutten en zo ontstond deze sloppenwijk.

Mijn man en ik werken als arbeiders. We zijn blij dat we hier kunnen blijven. Voorheen hadden we geen water, geen badkamer, geen elektriciteit.

Voor de eerste maal beschikken we over alles. Er is een ventilator, een keuken en een badkamer. Het appartement is heel ruim. Beneden in de krotten is alles zo opeengepakt, hierboven is het groot en comfortabel. Ik voel me van een enorme last verlost.

Welk geloof men ook heeft, iedereen deelt in het gevoel gezegend te zijn.

Klik hier voor het vervolg van dit verhaal.