Een duo dat meermaals afstanden aflegde om noodlijdenden na de watersnood in Wallonië te helpen
Zij legden samen op drie verschillende dagen ruim 1600 kilometer af, om slachtoffers van de watersnood te helpen in Pepinster, Chaudfontaine en Esneux.
Voor 328 kilometers werden zij gesponsord.
“Wanneer ik kilometers verzamel door anderen te helpen, dan bruis ik van energie. Ik doe graag iets nuttigs voor Amma. Het maakt me blij dat ik de projecten van Embracing The World kan ondersteunen, na alles wat Amma al voor mij gedaan heeft. Door mijn grote verlangen om haar liefde te ervaren én te helpen, ben ik op zo’n moment tot méér in staat dan anders. Amma’s steun en liefde voelen dan zo sterk aanwezig dat ik mijn grenzen nog wat meer kan verleggen, wat meer geduld heb, en nog ietsje meer glimlach. Op die manier helpt Amma mij om een betere versie van mezelf te worden. Na zo’n activiteit voel ik me moe, voldaan en zo dicht bij Amma dat ik de 9000 km afstand tussen ons niet meer voel… “
“We kwamen aan in Pepinster en reden voorbij toegetakelde huizen: deels of geheel verdwenen, soms restten slechts enkele stenen. Het was een schok om te zien wat de overstromingen teweeg hadden gebracht.
Toen we door de straten reden die het ergst getroffen waren, werden we geconfronteerd met de enorme schade die was aangericht en ook door de ongelofelijke hoogte die het water had bereikt. Zelfs als je de gevolgen met eigen ogen ziet, is het moeilijk om te geloven dat het waterpeil van een rivier tot vele meters boven het normale niveau kan stijgen.
We zagen een straat die verzegeld was door de politie wegens onbewoonbaarheid. Of gewoon weggespoeld. Confronterend.
Ergens wandelden enkele mensen op straat. Ze zagen er onverzorgd en ongelukkig uit. Het moet een hel zijn om zulke overstromingen mee te maken en al de gevolgen ervan te moeten ondergaan. We voelden in onszelf de drang opkomen om te helpen, om iets te doen voor deze mensen.
In de sporthal van Pepinster verzamelden de vrijwilligers van die dag zich voor de verdere instructies van het Rode Kruis. We kozen om te gaan helpen bij het poetsen van huizen. Met een groep vrijwilligers haalden we de modder uit de kelder van een huis en brachten het afval uit de tuin naar de voorkant van het huis. Het was geen proper werkje, de modder stonk en er was duidelijk geen ontkomen aan om zelf ook vuil te worden.
Samen vlogen we er in, we kenden elkaar niet, we spraken niet allemaal dezelfde taal. Toch was er direct een verbondenheid, het samenhorigheidsgevoel was groot. We hadden allemaal hetzelfde doel: mensen helpen. Het medeleven van alle vrijwilligers was zo groot, dat er met enthousiasme en vreugde gewerkt werd. Het was heel opmerkelijk hoe snel alles vooruit ging, hoe vele handen het werk licht maakten!
Al was het geen programma van Amma, het was een echte seva! Iedereen werkte vanuit een gevoel van mededogen en dat maakte dat het een echte seva werd. We voelden Amma dicht bij ons.
Toen het werk gedaan was, bleven we met de vrijwilligers nog even napraten. Eén van de vrijwilligers merkte op:
‘Soms is het nodig dat er zo’n ramp gebeurt … om de generositeit van mensen op te wekken’.
Stilletjes vroegen we onszelf af, of zoiets werkelijk nodig is om mensen tot elkaar te brengen …”